Je hebt waarschijnlijk wel eens een flow gezien zonder actieve versies en je afgevraagd waarom deze niet actief is. Moet deze echt niet gebruikt worden, of ben je gewoon vergeten om hem te activeren?

Wanneer een bestaande flow als onderdeel van een wijziging gedeactiveerd moet worden, is het het beste om deze wijziging ook goed bij te houden.

Wanneer je nieuwe flows of nieuwe versies van bestaande flows introduceert, neem je deze op in wijzigingssets en gebruik je de beschrijving van de flowversie om uit te leggen wat er is veranderd in vergelijking met de vorige versie en waarom.

Wanneer een bestaande flow echter overbodig wordt, neem je deze waarschijnlijk niet op in een wijzigingsset. Als je je handmatige implementatiestappen goed bijhoudt, voeg je het deactiveren van de flow in de doeloromgeving toe aan je takenlijst, maar dat is waarschijnlijk alles.

Net als wanneer je een nieuwe flow of flowversie introduceert, adviseer ik je om te beschrijven wat er is veranderd en waarom. Daarom is dit de werkwijze die ik gebruik bij het deactiveren van flows:

• Sla een nieuwe versie van de flow op waarbij je “DEPRECATED – ” of “DEACTIVATED – ” voor het label van deze flowversie toevoegt
• Gebruik de beschrijving van de flowversie om de reden voor het afschrijven van de flow te loggen

• Activeer deze versie
• Voeg deze toe aan je wijzigingsset
• Na het succesvol implementeren van je wijzigingsset in je doelorganisatie
  • Activeer je alle nieuwe flowversies (je kunt dit zien aan de datum van de laatste wijziging of door het selectievakje dat aangeeft of een oudere versie wordt gebruikt in je flowlijstweergave)
  • Deactiveer vervolgens elke flow waarvan je ziet dat het label begint met “DEPRECATED” / “DEACTIVATED”

Op deze manier heb je goed gedocumenteerd waarom een flow niet meer wordt gebruikt in al je sandboxen en productieomgevingen. Zo zul je nooit meer per ongeluk een flow die inactief moet blijven per ongeluk activeren, omdat je niet weet waarom deze inactief is.